Door Erwin Audenaerde, gecertificeerd registerarbeidsdeskundige bij Heling & Partners

Erwin vertegenwoordigt als arbeidsdeskundige de NVvA in het platform van De Letselschade Raad en is voorzitter van de werkgroep die werkt aan de Handreiking Zorgschade. Vanuit die hoedanigheid heeft hij de leden van het NIS op 1 juni 2017 toegesproken en hen geïnformeerd over de stand van zaken.

In 2014 is het Consultatievoorstel affectieschade en zorgkosten geweest. In de consultatierondes is onder andere aan de branche input gevraagd over het Consultatievoorstel. Het onderdeel affectieschade is al eens eerder als afzonderlijk wetsvoorstel in behandeling geweest, maar is gesneuveld in de Eerste Kamer. In 2014 is dit opnieuw opgenomen samen met zorgkosten. De Kamer had aangedrongen op een regeling naast de affectieschade, die slachtoffers in een positie brengt waarin zij om financiële redenen alleen niet afhankelijk zijn van opname in een verpleeginrichting. De Kamer vindt het belangrijk dat slachtoffers zelf een keuze maken in degenen die hen verplegen en verzorgen en heeft erop aangedrongen dat hiervoor (een financiële) regeling komt. Het onderdeel zorgkosten vanuit het Consultatievoorstel stuitte op veel weerstand vanuit de praktijk. De kritiek richtte zich vooral op de inkomensschade die de verzorgende lijdt in het geval deze voor een naaste gaat zorgen. De knelpunten op fiscaal en arbeidsrechtelijk vlak bleken onoverkomelijk. De branche was echter wel positief over het onderdeel affectieschade. Dit had tot gevolg dat de zorgkosten zijn losgekoppeld van de affectieschade en dat het deel affectieschade de parlementaire behandelingen is ingegaan. Inmiddels is deze goedgekeurd in de Tweede Kamer en eind juni 2017 vindt de behandeling in de Eerste Kamer plaats.

Een regeling voor de zorgkosten is opgedragen aan de branche zelf. Die handschoen is opgepakt door De Letselschade Raad, die een aantal expertmeetings heeft georganiseerd en een voorbereidingscommissie heeft ingeschakeld. De voorbereidingscommissie had aanvankelijk als opdracht de expertmeetings voor te bereiden en voor inhoudelijke inbreng te zorgen. Het voorbereidend onderzoek moest onder andere een antwoord geven op de vraag in hoeveel gevallen in de letselschadezaken er sprake is van een zorgcomponent. De verschillende organisaties die zijn geraadpleegd hebben daarop een verschillende visie. Het antwoord op de omvang varieert van enkele zaken op jaarbasis tot 70% tot 80% van alle letselschadezaken. Ook is aan de orde geweest bij welke types letsel er sprake kan zijn van zorgschade. Dat blijkt aan de orde bij dwarslaesies (en dan vooral de hogere laesies), ernstige orthopedische letsels en traumatisch hersenletsel dan wel een combinatie van die drie.

Verder is onderzocht welke knelpunten de branche ervaart bij vraagstukken waarin zorgschade een rol speelt. Vragen die daarbij aan de orde komen, zijn:

  • Wie stelt de omvang van de zorgbehoefte vast?
  • Welke deskundigheid is daarvoor vereist?
  • Aan de hand van welke criteria gebeurt dat?
  • Zijn er definities die gehanteerd worden?
  • Zijn er normtijden die worden aangehouden?
  • Als er al sprake is van zorg, tegen welke tarieven moet die worden geleverd?
  • Hoe worden die tarieven vastgesteld?
  • Hoe is een en ander geregeld in de sociale zekerheid?
  • Hoe moet daarmee worden omgegaan?

Een belangrijke vraag die telkens weer aan de orde kwam, was de positie van de mantelzorger. Hoe wordt deze beschermd? Ook is gekeken naar de ervaringen van professionals die geregeld met zorgschadezaken te maken hebben, bijvoorbeeld omdat zij de zorgbehoefte in kaart brengen. Dan blijkt dat de knelpunten niet zozeer spelen bij de zogenaamde extreme letsels waarbij sprake is van een grote en complexe zorgvraag. Uit de praktijk blijkt dat er in veel van dergelijke zaken aanspraak gemaakt kan worden op ruime budgetten vanuit de sociale zekerheid, bijvoorbeeld omdat er een beroep kan worden gedaan op zogenaamde meerkostenregelingen. De knelpunten, zo blijkt, zitten veel meer in de categorie die net onder de extreme letsels vallen. Juist de categorie waar sprake is van grote zorgbehoefte, maar waarvoor geen beroep kan worden gedaan op de meerkostenregelingen, omdat de toegang daartoe ontbreekt.

Deze onderwerpen zijn ingebracht in de expertmeetings, toegelicht en bediscussieerd. In de expertmeetings werd de conclusie getrokken dat er enerzijds behoefte bestaat aan een exclusieve regeling voor situaties met een grote zorgbehoefte die niet volledig vanuit publieke middelen kan worden gefinancierd en dat er anderzijds behoefte bestaat aan een procesbeschrijving met een uniform definitiekader dat in tal van zorgschadezaken kan worden toegepast. De werkgroep vanuit De Letselschade Raad kreeg dan ook de opdracht tot het schrijven van een handreiking waarin de exclusieve regeling alsmede de procesbeschrijving is opgenomen.

De werkgroep heeft aan die opdracht voldaan en heeft een Handreiking Zorgschade geschreven die voldoet aan de opdracht van de expertmeetings. Naast de procesbeschrijving en de exclusieve regeling omvat de handreiking een eenduidig definitiekader waarin zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij de definities in het sociaal verzekeringsstelsel, maar aangevuld met bijvoorbeeld zorgfuncties, specifiek bedoeld voor de letselschadepraktijk. De procesbeschrijving mag maatwerk niet in de weg staan, maar kan wel een grote bijdrage leveren aan het laten afnemen van discussies over zowel de omvang als de gehanteerde functies en de tarieven. Verder omvat de handreiking adviezen ten aanzien van de tarieven voor de verschillende vormen van zorgverlening en er is een overzicht opgenomen van alle relevante wet- en regelgeving bij zorgschade. Deze opgave wordt digitaal aangeboden waardoor het mogelijk is via een doclink direct bij de actuele regeling uit te komen. De Letselschade Raad zal zorgen voor het actueel houden van de informatie. De opgave van de relevante regelingen blijft niet beperkt tot bijvoorbeeld de Wet langdurige zorg (WLZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), maar ook regelingen op het gebied van inkomensverzekeringen, zoals het omzetten van een WGA-uitkering in een IVA-uitkering dan wel het aanvragen van een verhoogd uitkeringspercentage bij hulpbehoevendheid in het kader van de WIA, zijn daarin opgenomen evenals om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor dubbele kinderbijslag wanneer de zorgvrager jonger dan 18 jaar is.

Wat is het vervolg?
De Handreiking Zorgschade wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Platformoverleg van juni 2017. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de platformleden met stemrecht instemmen met de Handreiking Zorgschade. Inmiddels heeft het PIV al laten weten te zullen instemmen met de handreiking. Tegelijkertijd heeft De Letselschade Raad een opdracht gegeven aan de werkgroep normering om de financiële paragraaf op te stellen. In de financiële paragraaf moet het tarief voor de verschillende functies worden opgenomen, bijvoorbeeld een tarief voor persoonlijke verzorging of verpleging. Er zal waarschijnlijk uitgegaan worden van een gedifferentieerd tarief voor de verschillende functies in de verschillende situaties. Er is al veel voorwerk verricht en onderzoek gedaan naar redelijke tarieven en die informatie wordt ook ingebracht in het overleg met de werkgroep normering. Er wordt naar gestreefd de financiële paragraaf in de herfst van 2017 gereed te hebben, zodat deze ter goedkeuring kan worden voorgelegd aan het Platformoverleg van oktober 2017.

De Letselschade Raad heeft de werkgroep normering ook opdracht gegeven de Richtlijn Huishoudelijke Hulp aan te passen. Huishoudelijke taken kunnen onderdeel zijn van zorgschade. De werkgroep heeft het niet logisch gevonden om in de Handreiking Zorgschade een regeling voor huishoudelijke taken op te nemen. Er is immers een Richtlijn Huishoudelijke Hulp en die kan worden aangepast aan de Handreiking Zorgschade. Hiermee wordt voorkomen dat één en hetzelfde onderwerp op verschillende plekken wordt geregeld. Verder zal nog worden gewerkt aan het onder de aandacht brengen van de Handreiking Zorgschade bij de diverse opleidingsinstituten waarbij er naar wordt gestreefd de handreiking te laten opnemen in het curriculum van de opleiding Personenschade Zwaar Letsel. Ook zullen er aparte cursussen worden aangeboden voor professionals die met zorgschade te maken hebben.

Het is de bedoeling dat de Handreiking Zorgschade per 1 januari 2018 wordt ingevoerd. Nadien zullen er nog diverse evaluatiemomenten zijn met eventuele aanpassing van de handreiking.

Tot zover de actuele stand van zaken. Na het Platformoverleg van juni 2017 wordt de branche nader geïnformeerd.